Tekenen

Vandaag gaf ik aan plusminus 8 x 25 = ongeveer 200 leerlingen VWO/TTO (tweetalig onderwijs) 3, voorlichting over het vak tekenen als examenvak.
Ik herkende een aantal gezichten, niet omdat ik die derdeklassers zelf kende, maar omdat ik hun oudere broer of zus een of twee jaar geleden in de klas had, op diezelfde school. Het was ongeveer precies een jaar geleden dat ik van die school vertrok. Dat had niets te maken met het heerlijke vak dat ik gaf, niets met de toffe collega’s en ook niets met de overwegend fijne leerlingen die ik onder mijn hoede had. Het is een lang verhaal, misschien komt dat nog eens.

Gisteren zag ik tijdens een mooie projectdag bij Marres een flink deel van mijn oud-leerlingen terug, vandaag zag ik een aantal oud-collega’s terug. Bijna zonder uitzondering zeiden ze in eerste instantie ‘Hoi!’ of ‘Hallo’ of ‘Goedemorgen’ zoals ze dat tot een jaar geleden ook deden. Nu kwam daar na een halve of een hele seconde achteraan: ‘Huh? Wacht, jij werkt hier toch niet meer?’ Het was elke keer erg grappig. Ik liep dan ook rond alsof ik er gisteren nog was, er was weinig veranderd al is alles veranderd.. zo gaan die dingen.

En deze dag mocht ik een paar honderd jongeren vertellen waarom mijn vak zoveel meer is dan de naam ‘Tekenen’ doet vermoeden. Waarom die naam eigenlijk enorm achterhaald is. En hoe je -als je dit vak kiest als examenvak- als mens groeit omdat je er leert met feedback (dat is wat anders dan kritiek) om te gaan. Hoe je leert observeren en analyseren, belangrijk voor bijna alle beroepen waar je als VWO-leerling in terecht kunt komen. Dat ook ethiek, maatschappij en filosofie als vanzelf in het vak verweven zitten. Dat ‘goed kunnen tekenen’ leuk meegenomen is,. maar beslist geen voorwaarde om dit vak goed af te kunnen ronden.
Ik sloot elke les af met een observatie-opdracht: drie leerlingen op een kruk voor de klas met hun rug naar de beamer. Op het scherm een afbeelding van een schilderij; eerst De Dood van Marat van David en daarna De gebroken zuil van Frida Kahlo. Beiden schilderijen met een verhaal waar je bij derdeklassers de verbeelding wel op gang krijgt, maar dat verhaal kwam pas na de oefening. De klasgenoten moesten vertellen wat ze zagen en op basis daarvan moesten de drie die de afbeelding niet konden zien, een beeld in hun hoofd bouwen.
Hoe goed dat lukte, hing natuurlijk af van de informatie die vanuit de klas gegeven werd. Eitje, zag je ze denken.

Dat viel nog vies tegen, merkten ze al snel.
De boodschap was: jullie leren hier heel veel. Maar in deze maatschappij is leren kijken, écht leren kijken en nadenken over wat je ziet, een vaardigheid die niet of nauwelijks meer getraind wordt.
Ik weet niet of er leerlingen waren die eerst twijfelden en na mijn les alsnog voor tekenen gaan kiezen. Ik hoop wel dat veel leerlingen ergens tijdens de les of daarna een moment denken: ‘Wacht eens even.. ik leer heel veel op school. Maar dat is niet alles.. Er is meer. Ik wil meer.’

De leerling die na de les naar me toe kwam om te vragen naar de naam van een van de kunstenaars waar ik over verteld had en de naam ook echt op een briefje schreef om later te gaan opzoeken op internet, maakte in elk geval mijn toch al heerlijke dag helemaal af.

2 gedachtes over “Tekenen

    1. Te veel om een lesuur uit te leggen maar ik heb mijn best gedaan 🙂

Reacties zijn gesloten.