Timing

Voor de meesten is het eerste deel van 2021 voorbij gegaan alsof er elke dag een identiek kraaltje aan een ketting geregen werd. Dat ging hier niet anders, alleen ging januari hier ook nog ongeveer horizontaal voorbij. En een deel van februari ook. Ik begon het jaar doodziek en wat het ook geweest is duurde al met al een week of zes.

Als ik me goed genoeg voelde om ergens iets van te vinden prees ik mezelf gelukkig met de coronatoestanden. De timing voor dit gedoe had niet beter kunnen zijn. Mijn werk kon ik redelijk in bed doen, al moest ik vaak het beeld uitzetten tijdens een online les. Ik had alle tijd om webinars te bekijken voor het opzetten van een nieuwe cursus. Ik had eindelijk een goede reden om een e-reader aan te schaffen want naar de bieb gaan kon niet en wekenlang 24/7 zonder boeken in bed liggen is natuurlijk niet te doen. Buiten was het koud en guur en riep ik niet al jaren dat ik liefst tot in februari onder de warme dekens zou blijven liggen? Nou dan.

Waar ik alle andere lockdownmaanden soms met mijn ziel onder de arm liep en zelfs overwoog de moed op te geven en heel ander werk te gaan doen, had ik nu ineens een helder doel: beter worden. Dat was lekker overzichtelijk en het gaf ruimte om na te denken over Het Leven.

Ben ik daar wijzer van geworden? Nee. Ik ben beter, ik ben blij dat ik beter ben en tegen mijn kinderen en vrienden kan zeggen dat het weer goed gaat. Dat ik mijn werk weliswaar online maar toch weer normaal kan doen. Dat ik van de tuin kan genieten, de lente tevoorschijn zie komen.. De kleine dingen die het doen, die het doen. De grote levensvragen zijn nog net zo onbeantwoord als altijd en dat is dan wel een verschil: ik ben verlost van de gedachte dat als ik maar genoeg tijd had om na te denken, ik wel antwoorden zou vinden.

Sterker nog: nu niets of niemand mij nog tegensprak en alleen het plafond van de slaapkamer mijn gedachten kon lezen ontdekte ik dat ik het zelden helemaal met mij eens ben. Voor bijna elk argument is wel een tegenargument te bedenken. Elke mening die ik denk te hebben haal ik zo weer onderuit.
Ik geloof niet dat ik ooit nog een kunstrecensie zal schrijven. Ik vind ook niks meer van corona, polarisatie, voetbalfans, gendervraagstukken, racisme of nertsenfarms.
Ik denk dat ik vanaf nu alleen nog maar fictie ga schrijven, dan kan ik al die tegenstrijdigheden fijn een eigen personage geven. Ze zoeken het vervolgens maar met elkaar uit, ik houd braaf mijn mond en noteer wat er gebeurt.

U hoort nog van ons.

Fragment uit ‘De moord op Commendatore’ Deel 2
Door Haruki Murakami

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *