Vandaag stuurde ik de aller-allerlaatste aanvullingen naar BBK Magazine, voor het aankomende nummer. De PDF van het artikel werd me ter controle toegestuurd. 12.468 tekens. Dat zijn (inclusief foto’s) vier pagina’s. Die hoeveelheid zegt natuurlijk niets over de kwaliteit, het grappige is dat ik daar zelf kort na het schrijven ook zelden iets over kan zeggen.
Pas als ik het op papier terugzie, na een paar dagen rust van tegen de klok en deadlines in teringhard tikken (letterlijk: de toetsenborden onder mijn vingers moeten hufterproof zijn anders vallen ze binnen een paar weken uit elkaar), weet ik of ik zelf tevreden ben met wat ik schreef.
Voor ik een artikel verstuur laat ik wel altijd iemand even proeflezen. Loopt het? Is het te volgen, ook voor mensen die niet dagelijks met kunst bezig zijn? Deze keer las mijn moeder het concept. Ze reageerde positief en zei: ‘Nou Han, ik zie het allemaal zó voor me! Ik hoef niet meer naar die tentoonstelling toe!’
Sindsdien peins ik me suf over existentiële schrijfkwesties.