Kreeft

Telefoon. Via WhatsApp: een videogesprek. Bijna druk ik weg: ik heb de hele dag ongewassen in mijn joggingbroek en versleten vest aan het toetsenbord vastgekleefd gezeten. Maar het is mijn zoon, die schrikt eerder van me als ik er thuis keurig bij zit. Ik druk op de groene knop, verwacht zijn krullenbol en zie een paar rode sprieten en een enorme zwaaiende kreeftenschaar. Onder de bolle witte oogjes bovenop een kap, piept wel/niet/wel/niet/wel/niet een lachend gezicht tevoorschijn: hij staat te dansen. Ik roep veel harder dan nodig: ‘Sjoen pekske!!!’. Dat gaat vanzelf, alsof het al carnaval en midden in de bomvolle stad is.

Dit jaar wordt hij dus kreeft, met een heel bijzonder karretje waar ik nu nog niks over los mag laten. Carnavals-acts doen het minder goed als ze al uitgelegd zijn. Heel veel andere dingen doen het minder goed als het carnaval is. Elk jaar weer krijg ik van bovenderivierse vrienden klachten over hoe ‘down under’ het halve land minstens tot woensdag onbereikbaar en pas de maandag erna weer écht bij de les is en elk jaar weer kan ik niets anders dan denken: ‘Ja? Dus?’
De rest van het jaar is Holland de baas, ik ben dol op die drie dagen ‘Nu. Even. Niet.’ in het zuiden. Zelfs als ik thuis blijf: geen hond haalt het in zijn hoofd mij tijdens carnaval te bellen.

Het is een beetje als kerstmis, maar dan zonder de familiestress, kleren die schoon moeten blijven en veel te ingewikkelde diners.




2 gedachtes over “Kreeft

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *