Carnaval

Meneer van Rossum is een gezegend mens. Hij mag kennelijk het hele jaar doen waar hij zin in heeft.

Nu weet ik niet hoe het met anderen zit, maar zelf houd ik me het hele jaar door toch vaak aan allerlei geschreven en ongeschreven regels. En tijdens carnaval ben ik niet plots een dikke man en roep ik ook geen ‘Alaaf’ en hell.. Ik doe niet eens dingen die eigenlijk niet mogen.
Nouja, dat wil zeggen: in Maastricht is het sinds een paar jaar verboden om staand bier te drinken op straat. Dat verbod lapt iedereen op de valreep van de vastentijd natuurlijk aan zijn laars. Of rare hoed.
Het verbod op staand drinken lijkt overigens onhoudbaar.

Meneer van Rossum is een gezegend mens: hij heeft kennelijk nooit vastgezeten in een callcenter, bij een distributiecentrum of achter de kassa van een supermarkt. Onderdrukking komt in vele vormen, meneer van Rossum. Er zijn veel redenen om drie dagen per jaar ’te doen waar je zin in hebt’, al betekent dat vaak niet meer dan even in een andere rol te kruipen (en die vergeten zodra je een bekende treft die je graag ziet) en een dansje te doen midden op straat. Ja, vaak met een biertje in de ene, en een tamboerijn in de andere hand. Oh ja en liedjes zingen. Doe dat maar eens luidkeels op een doordeweekse dag in de moderne grote stad.

Als carnaval karakteristiek is voor achterlijke samenlevingen, hoop ik dat Holland het zuiden van Nederland nog heel lang achterlijk blijft vinden.
Maar ik vrees het ergste. Dit jaar waren alle supermarkten in Maastricht gewoon open zoals alle andere dagen van het jaar. Ooit was het zuiden tijdens carnaval een paar dagen volstrekt van de radar.
Tot voor kort mocht iedereen met een zelfgebouwde kar overal komen. Oppas was niet te vinden dus de kinderen lagen lekker in de tiny houses te slapen en werden door hun ouders naar huis getrokken als die het ook wel welletjes vonden. Vriendengroepen maakten rondom een eigen thema een kar met bijbehorende muziek. Doel? Zelf feesten en anderen mee laten genieten. Want ook dat is carnaval in Maastricht: elke tien meter een ander feestje waar iedereen die zich aangesproken voelt, bij aan mag sluiten.

Een paar jaar geleden werden de karren in veel straten in de binnenstad verboden. Veel mensen hebben daardoor geen zin meer om hun eigen fantasie te knutselen.
Carnaval verandert, langzaam maar zeker. Zoals alles, zo gaat dat in moderne samenlevingen.

Dus meneer van Rossum: geen zorgen. Uw idee wint het heus wel op den duur. Dat vind ik verschrikkelijk jammer, ook voor u want ik had u dat achterlijk saamhorige gevoel ook graag gegund.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *