Openbaar vervoer: Maastricht-Rotterdam.

Er stapt een opvallend zorgvuldig geklede meneer de bus in. Zijn leeftijd is lastig in te schatten, al doet zijn gesoigneerde uiterlijk vermoeden dat hij ouder is dan hij lijkt. Een duur overhemd, wit met een werkje in soepelvallende stof. Een zwart-wit geruite broek met perfecte pasvorm. Flinke zilveren ringen aan elke hand. Een wandelstok die vooral voor de sier lijkt. Riem en schoenen van exact hetzelfde kwaliteitsleer, zwarte sokken.

De buschauffeur zingt met de radio mee: ‘You look like you did before, only prettier..’

Bij de kiosk op het perron twijfelt een man over het soort wisselgeld dat hij nodig heeft. ‘Bestelt u eerst maar, dan kan ik nog even nadenken’.
Als mijn pinpas contactloos weigert: ‘U moet de chip er tegenaan houden’ en meteen daar achteraan: ‘Sorry, dat had ik niet mogen zeggen, dat is privé, sorry.’ Hij maakt er bijna een buiging bij.
‘Ach meneer, tegenwoordig is niks privé meer, het geeft niet.’ Ik pin en loop met koffie en saucijzenbroodje naar de trein.

In de trein typt een man op zijn laptop. Zijn reisgezel leest een boek met groen gemarkeerde delen. Niet door haar zelf gemarkeerd, zo gedrukt.

Buiten schijnt de zon alsof ‘ie niet van plan is daar ooit nog mee te stoppen.

De trein stopt in Eindhoven. Geen treinen tussen Tilburg en Breda. We stappen massaal over in een sprinter die wel naar Breda gaat. Kennelijk zit die op een ander spoor, zonder storing. Naast mij een man die ook naar Rotterdam moet. Hij wijst iedereen die zoekend rondkijkt de weg.

Met niet eens zoveel vertraging aangekomen, koffer thuisgebracht, katjes geknuffeld en eten gegeven en het dorp ingelopen. Terrasje, vlakbij een man die van zijn vrouw niet mag roken. Hij doet het toch en komt keuvelend over onbegrijpelijke zaken aan mijn tafeltje zitten.
Zij houdt hem scherp in de gaten. Ze lijkt op een vogeltje, met haar bolle buikje en breekbare beentjes. In plaats van een snaveltje heeft ze een gouden tand.

Iedereen groet elkaar hier, kennelijk is dit de stamkroeg van veel mensen uit het dorp. Eigenlijk is dit geen dorp meer: geannexeerd door Rotterdam. Maar daar trekken de bewoners zich weinig van aan.

Ik bestel een Hertog Jan Tripel, als ik een slok neem ruik ik de pijnboompitten die bij de calamaris geserveerd werden.
Het is hier aangenaam warm en dat komt niet alleen door de zon.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *