Blackie en Floor

Met Pierre, de opvolger van Floor, even een rondje voor vertrek. Net buiten de tuin komt de meneer met de teckel me tegemoet. Vroeger had de meneer met de teckel een grote zwarte hond die pertinent niet gecastreerd mocht worden en die telkens als Floor loops was, bij ons voor de deur lag te wachten tot ze buiten zou komen. Zelfs na haar sterilisatie zat Blackie nog regelmatig op de stoep.
De meneer was hem regelmatig kwijt, Floor was niet de enige teef in de buurt.
Inmiddels zijn we allebei een hond en heel wat jaren verder.
De teckel blijft aan de lijn. ‘Heer waar miech veurige week de kloete opgegaange.’, de meneer spreekt altijd dialect.
Bij de supermarkt op het plein zie ik hem wel eens een pakje cervelaat aan zijn teckel voeren, zoals hij vroeger ook bij Blackie deed. Blackie reed in een bakje achterop de brommer overal mee naartoe, de teckel niet. Misschien is de brommer er ook niet meer, geen idee.

De meneer wijst me erop dat er een stuk schutting om de tuin los is geraakt. Ik weet het, dat is van de storm laatst.
De meneer kijkt me aan, nu anders dan een minuut geleden. Alsof hij nu pas bedenkt dat ik bij die schutting hoor en dat we elkaar al jaren een beetje kennen, via de honden.
‘Ja sorry, iech had diech neet herkend. Veer weure allemaal auwwer hè.’
Ik voel me inderdaad op slag een heel stuk ouder.