Gepubliceerd in BBK Magazine oktober 2018
Maastricht: wat gaat het worden?
Maastricht is populair onder toeristen en dagjesmensen, zowel uit het noorden van Nederland als uit België en Duitsland. De meer traditionele en/of commerciële vormen van kunst en cultuur zijn ruim vertegenwoordigd; TEFAF, André Rieu, Magisch Maastricht en Preuvenemint zijn grote publiekstrekkers. Mode, design en architectuur timmeren ook flink aan de weg. Maar hoe staat het met de positie van beginnende kunstenaars en meer experimentele kunst?
Het gerucht gaat dat het Stuersgebouw, het gebouw waarin de afdeling autonoom van de kunstacademie al jaren floreert, verkocht zal gaan worden aan het prestigieuze Kruisherenhotel. Op de website van MissetHoreca wordt enkel gerept over de buren: “Klomp heeft met het hotel plannen genoeg. Zo wil hij graag het hotel uitbreiden met het pand aan de andere kant van de straat. ‘Daar passen dertig kamers en vergaderzalen.’ (.)
Een interessant detail is overigens dat in het pand (…) nu een boekbinderij zit. En laat dat ambacht nu net de belangrijkste inkomstenbron zijn geweest van de stichters van het klooster.” (1)
Wie de beide panden kent, kan op zijn vingers natellen dat de boekbinderij onmogelijk dertig kamers en vergaderzalen kan herbergen. Het niet vermelden van de autonome afdeling past in de tot voor kort wat conservatieve houding van Maastricht. Wat niet ‘sjiek en sjoen’ en/of commercieel interessant was, werd hoogstens gedoogd. Inmiddels lijkt deze houding zijn langste tijd te hebben gehad.
We spreken met Ton Boelhouwer, beeldend kunstenaar en docent aan de autonome afdeling van de kunstacademie. Boelhouwer (Den Haag, 1960) studeerde in Amsterdam en bleef na zijn postacademische opleiding aan de Jan van Eyck in Maastricht wonen en werken. Boelhouwer exposeerde in 2017 solo in het Bonnefantenmuseum en kent Maastricht als werkplek dan ook vanuit verschillende invalshoeken.
Wat maakt het Stuersgebouw zo belangrijk voor de academie? ’De afdeling autonoom is uniek vanwege haar huisvesting. Elke vierdejaars autonoom krijgt hier een eigen atelierruimte, die aansluit op de beroepspraktijk. Mede hierdoor staan we al een aantal jaar bovenaan in de landelijke ranglijsten. Het is moeilijk te begrijpen dat zo’n succesverhaal zo onderbelicht blijft.’
Maastricht herbergt naast de kunstacademie een conservatorium, een toneelacademie en een post-academisch instituut. De toneelacademie staat net als de afdeling autonoom van de kunstacademie landelijk zeer goed bekend. Toch trokken tot voor kort de meeste kunstenaars na hun afstuderen naar de randstad of het buitenland. Volgens de mensen in het werkveld ligt dit voor een groot deel aan het ontbreken van voldoende experimentele ruimtes voor exposities en voorstellingen. Zo verdwenen in de afgelopen jaren Het Kruis van Bourgondië en HEDAH, werden broedplaatsen als B32 en De Mandril ontmoedigd of verplaatst en heeft Intro in Situ al jaren een zwaard van Damocles boven het muzikale hoofd hangen. De AINSI, verzamelplaats voor creatieve industrie in Maastricht en de regio, blijft niet alleen letterlijk buiten de stad aan de voet van de Pietersberg, maar ook een beetje buiten beeld. Wel wordt het economisch aantrekkelijke deel van de creatieve sector actief gestimuleerd, zoals de designsector: ‘Made in Maastricht is een kwaliteitslabel dat tot doel heeft een zichtbaar podium te bieden aan ontwerpers en makers uit Maastricht op diverse locaties in de stad. Het stimuleert, ontwikkelt en etaleert jong talent.’ (2)
De bezuinigingen van Zijlstra tijdens Rutte 1, klinken nog een beetje na in de wervende tekst van ‘Made in Maastricht’. En er is niet alleen slechts uit voortgekomen; veel kunstenaars en gezelschappen geven aan dat zij door de bezuinigingen vernieuwingen hebben doorgevoerd die voor alle partijen gunstig zijn geweest. Maar er is ook veel verloren gegaan en dat verlies wordt langzaamaan voelbaar. Maastricht laat dit verlies duidelijk zien in haar vernieuwingsdrang: de stad loopt het risico door te schieten in glimmende hotelketens en dure studenten-appartementen, een superhip groot filmhuis schuin tegenover Pathé met direct ernaast een muziekpodium dat al voor een paar partijen te duur bleek om (gedeeltelijk) in gebruik te nemen.
Boelhouwer: ‘Maastricht zit in een heel positieve positie omdat er hier vrij veel betaalbare ruimtes beschikbaar zijn vergeleken met de Randstad. Er zijn maar liefst twee kunstacademies, met ontzettend veel reservoir aan kunstenaars die dolgraag willen exposeren. Er is een goed geïnformeerd publiek, een universitair publiek…Als je als stad slim bent, probeer je die meerwaarde te behouden en zorg je voor geschikte tentoonstellingsruimtes voor jonge kunstenaars. Men lijkt niet te begrijpen dat diversiteit, in een stad die een universiteit heeft die toch min of meer in het hart van Europa zou kunnen liggen, een hoop reuring in een stad creëert. En er liggen mogelijkheden genoeg. Stadsdelen die nog relatief goedkoop zijn trekken ook kunstenaars: die stadsdelen bloeien vervolgens op. Het is onbegrijpelijk dat de gemeente die kansen laat liggen. Het lijkt ‘of of of’, en het zou ‘en en en’ moeten zijn. Een stad staat of valt met diversiteit. Als je als stad voornamelijk inzet op commerciële uitbreiding, met grote publiekstrekkers en steeds meer hotels, wordt de plaats langzaam maar zeker een pretpark. Kijk naar Valkenburg: daar is van diversiteit geen sprake meer.’
Het lijkt vooralsnog de keuze van Maastricht, inzetten op toerisme ten koste van de stad als divers en bruisend geheel. Tijdens Het Parcours, de opening van het nieuwe culturele seizoen, viel één ding boven alles op. Het aanbod was overwegend veilig en weinig verrassend, het publiek was doorgaans blank, hoger opgeleid en van middelbare leeftijd. ‘Je kunt wel zien wie de doelgroep is.’, zei iemand, zowel op basis van de grijze hoofden als het aanbod. Maar is dat wel verstandig, op deze manier inzetten op een clichébeeld van de meer welgestelde burger? Los van het feit dat je hiermee de stedelijke rijkdom grotendeels laat liggen; hoe lang pikt het publiek dit?
Ton Boelhouwer: ’Als je voornamelijk kijkt naar de kwantiteit (opbrengst, bezoekersaantallen) maak je je schuldig aan een diepe onderschatting van de kwaliteit van je publiek. Tegelijkertijd breng je de ontwikkeling van goede kunst in gevaar. Kunstenaars moeten zich steeds meer cijfermatig verantwoorden. Daardoor is de algehele kwaliteit van de beeldende kunst naar beneden gegaan. Verantwoording ligt in het werk zelf en nergens anders. Op het moment dat je je meent te moeten verantwoorden naar publiek/publiekstrekkers ben je met een verhaaltje bezig, niet met de zin van het werk.’
Ton Boelhouwer reageert fel op de neoliberale aanvallen op de kunstsector, maar is optimistisch over de keuzes die Maastricht in de nabije toekomst zal (moeten) maken.
Ton: ‘Het kan bijna niet meer de eenzijdige commerciële kant opgaan. Er is momenteel een voorzichtige tendens onder jonge kunstenaars om na hun studie in Maastricht te blijven.’ Hoopgevend is het feit dat culturele vrijplaats Het Landbouwbelang, ondanks ligging middenin het prestigieuze Belvedere-project, voorlopig mag blijven. Vorig jaar werd een motie van GroenLinks aangenomen die erkent dat het LBB belangrijk is voor de stad. Ook zijn er initiatieven waarbij inwoners inspraak in cultuurbeleid krijgen, zoals de kunstinstallatie Come in / outside in samenwerking met het projectbureau van de Jan van Eyck (3)
Maastricht heeft met zijn Europees aantrekkelijke ligging in combinatie met betaalbare ateliers, een goed publiek en veel jonge kunstenaars, een enorme potentie op gebied van beeldende kunst, muziek en toneel. Tot nu toe is daar vanuit een neoliberale insteek kortzichtig mee omgegaan. Als Maastricht het aandurft ook het potentieel aan minder commercieel aantrekkelijke kunsten wérkelijk te omarmen en kunstenaars hier een positief klimaat ervaren voor het (verder) ontwikkelen van hun beroepspraktijk, zal de enorme stadsvernieuwing nog veel verder gaan dan de mooie architectuur en sjieke façades.
- https://www.missethoreca.nl/hotel/artikel/2017/08/bijzonder-verhaal-kruisherenhotel-101279387
- https://www.gemeentemaastricht.nl/bestuur-en-beleid/beleid/economie/made-in-maastricht/
- https://www.janvaneyck.nl/nieuws/stadsgesprekken-2018/