KipVis, eigenzinnig en autonoom kunstenaarsinitiatief in Vlissingen, in is in de loop der jaren uitgegroeid tot een begrip. Momenteel zijn er plannen voor een bijzondere doorstart. BBK spreekt met Leon Riekwell. Riekwell, werkte 32 jaar als directeur Buro Beeldende Kunst (BuroBK) voor de gemeente Vlissingen, is kunstenaar, intermediair tussen professionele kunstenaars-vormgevers en opdrachtgevers en heeft zelfs kortstondig in de politiek gezeten. Nu hij een atelier bij KipVis heeft, zet hij zich naast zijn eigen werk in voor het behoud van dit kunstenaarsinitiatief.
Hoe is KipVis ontstaan?
‘In 2005 waren er op Walcheren, in het plaatsje Sint Laurens, drie kunstenaars met een ambitieus plan. Machteld van der Wijst, Liesbeth Labeur en Caroline Passenier wilden jonge kunstenaars een betaalbare plek bieden om hun werk te exposeren, als aanvulling op het reguliere aanbod zoals dat van MAS (Middelburgse Atelier Stichting), dat voor beginnende kunstenaars te kostbaar was. Er werd gestart in een leeg pand, de voormalige VéGé winkel, de naam kwam voort uit de letters van de postcode van Sint Laurens: KV.
In 2007 verhuisde KipVis naar een bijgebouw van de voormalige kazerne in Middelburg. De huur is daar op antikraakbasis, er is ruimte genoeg om ook vaste atelierruimtes ter beschikking te stellen. Dit levert wel een conflictsituatie op met MAS, vanwege de lagere huurprijzen bij KipVis.
In 2008 moest de kazerne ontruimd worden, op dat moment werkte ik voor de gemeente Vlissingen als directeur van BuroBK. Vanuit die functie was ik betrokken bij de herontwikkeling Willem III kazerne tot Kunstcentrum ‘deWillem3’ en bij de ombouw Watertoren( 2008 ) naar het IK-Eiland van Jan van Munster, waar kunstenaars in residentie hun werk konden maken en presenteren. De wethouder van Vlissingen zag in eerste instantie niet in hoe KipVis een aanvulling zou zijn op het bestaande cultuurprogramma en vroeg advies. Het bestaande aanbod in Vlissingen echter, was overwegend gericht op een internationale programmering. KipVis richtte zich bij uitstek juist op kunstenaars uit Zeeland zelf, die een beetje ondergesneeuwd dreigden te raken. De directeur van Buro BK Vlissingen brengt een (een) positief advies uit, met als centraal gegeven verbreding van het spectrum van beginnend kunstenaars naar het bestaande podium voor gerenommeerde kunstenaars – daarnaast een versterking van provinciale, regionale en lokale kunstproductie naar het al functionerende (inter)nationaal podium in Watertoren en deWillem3.
KipVis krijgt in 2009 de voormalige MDGO-school in Vlissingen toegewezen, tegen de vergoeding van nutskosten (c.a. 90,- euro per studio) en met de opdracht jaarlijks een aantal activiteiten te organiseren die een bijdrage leveren aan de gemeenschap en het kunstklimaat. In het gebouw is plaats voor een 14 tal grote ateliers en een grotere presentatieruimte.’
Bij de selectie van deelnemende kunstenaars, wordt behalve professionaliteit en leeftijd, gekeken naar maatschappelijk engagement. Op de website van KipVis vind je een breed scala aan kunstvormen, van keramiek en schilderijen tot installaties en grafische vormgeving.
Is het oorspronkelijke idee van ruimte bieden aan jonge/beginnende kunstenaars overeind gebleven?
‘Niet alle kunstenaars voldoen na tien jaar nog exact aan het profiel, naast kunstenaars die wat meer politiek – sociaal maatschappelijk georiënteerd zijn werken er ook kunstenaars waarop dit etiket niet van toepassing is. Wel functioneren zij binnen het samenspel van de organisatie KipVis die inmiddels ook buiten het eigen terrein een reputatie heeft opgebouwd. Er wordt nauw samengewerkt met (bewoners van) de wijk, bijvoorbeeld door elk jaar een kunstwerk in de openbare ruimte te realiseren, tot er uiteindelijk veertien werken zullen staan. Deze parkkunst heeft als overkoepelende titel ‘Ik ben een god in het diepst van mijn gedachten…’, naar de beroemdste dichtregel van Willem Kloos. Elk jaar worden verschillende ontwerpen getoond aan wijkbewoners en publiek: via stemmen wordt gekozen welk werk dat jaar gerealiseerd zal worden. Deze kunstroute is met name een belangrijk deel waarin wijkbewoners en ondernemers betrokken worden bij selectie en realisatie. Er ontstaat zo een belangrijk draagvlak voor de Kunstwerkplaats en kunstwerken: zelfs in al hun kwetsbaarheid doorstaan ze (tot op heden) de tijd. (afbeelding: Kubus Denz de Kroon).
In eerste instantie was het project bedoeld voor kunstenaars die in KipVis werkten, vervolgens werden kunstenaars uit Zeeland uitgenodigd, gevolgd door Nederlandse en Belgische kunstenaars. Komend jaar komen daar nog inzendingen uit Duitsland bij.
Daarnaast zijn er open atelierdagen en kinderkunstweken en worden er door verschillende kunstenaars cursussen gegeven vanuit hun atelier.
Waar kunstenaar elkaar vinden in hun manier van werken worden vaak ateliers gedeeld – kostenbesparing vormt dan merendeels de grondslag.
Door de jaren heen zie je een duidelijke verschuiving in leeftijd en is de echt jonge aanwas minder in beeld. De reden daarvan is vaak dat kunstenaars na hun studie blijven hangen in Rotterdam, Breda of elders en pas na verloop van tijd weer naar Zeeland terugkeren. Daarbij zie je ook dat veel jonge(re) kunstenaars andere manieren vinden om hun werk in de markt te zetten en hun werk aanpassen aan de markt, door bijvoorbeeld te werken voor festivals, Dance Events en Mural schilderingen en meer internationaal te werken.
Deze ontwikkeling heeft ten dele wel zijn invloed op de dynamiek van de kunstwerkplaats KipVis: de experimenten en presentaties, welke eerder plaats vonden in de grote presentatieruimte, zijn grotendeels verleden tijd.’
Ondanks de wijzigingen, deels door de tijdgeest en deels door het bedreigde kunstklimaat (ook in Vlissingen wordt zwaar bezuinigd op kunst en cultuur) zijn er ook goede berichten. De afzonderlijke kunstenaars hebben een mooie plek om hun beroepspraktijk uit te oefenen en de betaalbare ruimtes geven (jonge) kunstenaars de kans hun talent te ontwikkelen. Een grote ruimte is beschikbaar voor kortere ‘artist in resicence’ projecten, die nieuwe wederzijdse impulsen meebrengt. Tel daarbij op de betrokkenheid van en met de buurt en het lijkt evident dat KipVis gekoesterd wordt door de gemeente Vlissingen.
‘De realiteit is iets weerbarstiger: met de SP in het college zijn sinds 2014 ingrijpende bezuinigingen toegepast. Vlissingen is een zogenaamde ‘Artikel 12’ gemeente. Dat wil zeggen dat de gemeente onder curatele staat bij het rijk, vanwege aanhoudende financieel tekorten. Onderdeel van het financieel herstel, is onder meer het afstoten van panden die niet direct in euro’s rendabel zijn. Er is een lijst opgesteld van bijna zestig accommodaties: de huidige locatie van KipVis staat hoog op de lijst voor afbraak. ‘
Wat nu?
‘Op initiatief van het KipVis bestuur is in samenwerking met architecten een vormgever, ontwikkelaar en een naastgelegen paramedisch centrum een plan in de maak voor het realiseren van een kunsthotel met zorgcentrum. In het plan is ruimte gemaakt voor tien kunststudio’s, een expositieruimte, een restaurant en zeventig hotelkamers. We zoeken hiervoor de samenwerking met commerciële investeerders, om helemaal los te komen van de subsidiesfeer. De insteek is dat deelnemende kunstenaars mede door de nieuwe formule in staat zullen zijn om de huur terug te verdienen. De oude situatie van 90 euro per maand is niet te handhaven, maar er wordt wel vastgelegd dat de huurprijs behapbaar blijft en niet zal stijgen uit commerciële overwegingen. Het ArtCare hotel beoogt diverse partijen bij elkaar te brengen op een manier die voor elke partij een unieke toevoeging geeft aan de bestaande praktijk.’
Dat klinkt heel vooruitstrevend, wat gebeurt er verder nog om Vlissingen te redden van culturele kaalslag?
‘Er gebeurt heel veel: er is een interessante onderstroom van kunstenaars, vormgevers, theatermensen, musici, filmers, architecten en meer disciplines die elkaar regelmatig opzoeken en projecten initiëren. Zeeland kent een scala aan festivals en er zijn musea en kunstinstituten. Allen hebben te lijden onder de zware bezuinigingen, SP-wethouder Stroosnijder heeft (in het vorige college) zijn bijnaam ‘De Sloper’ niet voor niets gekregen. Maar kunst is niet weg te redeneren. Hoe zwaarder de tegenwerking, hoe meer kunstenaars zich verenigen om het tij te keren. Er wordt in kleinere initiatieven enorm ingespeeld op de huidige situatie, ook omdat het CBK (Centrum Beeldende Kunsten Zeeland) nog teveel laat liggen, als intermediair, waar het gaat om inkomensvorming voor professionele kunstenaars in Zeeland. De link tussen architectuur, opdrachtgevers en beeldende kunst wordt niet gelegd.
Waarom moeten (jonge) kunstenaars naar Zeeland en Vlissingen komen?
Vergeleken met de Randstad allereerst: ruimte! Zeeland heeft zowel fysiek als gevoelsmatig nog alle ruimte. Hier kunnen nog nieuwe initiatieven ontplooid worden, in een omgeving die letterlijk vergezichten en horizonten biedt. Met de zee en het strand vlakbij, is er een gezonde werkomgeving die niet te vergelijken is met wonen en werken in een stad. En ook belangrijk: de lijntjes zijn veel korter. Contacten zijn snel gelegd, plannen vinden vlotter weerklank en kunnen met minder omwegen gerealiseerd worden dan in drukker bevolkte gebieden het geval is.
Er bruist en borrelt van alles in Vlissingen en omstreken. Dit ondanks een rigoureus bezuinigingsbeleid. Kunst en cultuur zijn in financieel zware tijden (de artikel 12-status) kennelijk nog altijd de meest in het oog springende snijposten. De kunstenaars uit Vlissingen en omstreken zien het feit dat ze in het oog springen, als kans en stimulans om een sterke doorstart te maken.
(Met dank aan Leon Riekwell voor het inspirerende gesprek en de uitgebreide documentatie.)
KipVis: http://kipvis.com