Ongelijkheid in de kunst

‘Internationale kunstbeurzen vooral een stepping stone voor mannelijke kunstenaars’, legt dit artikel uit. Ergens anders, deze week, las ik artikelen over de ongelijkheid van vrouwen op de ‘normale’ arbeidsmarkt en hoe die ongelijkheid toch echt ook veel te maken heeft met de (keuzes van) de vrouwen zelf.

Ik vind dat altijd moeilijk. Zelf koos ik ervoor na mijn scheiding mijn baan op te zeggen, omdat het me beter leek als de kinderen zolang ze klein waren, tussen de middag en na school in hun eigen huis/omgeving waren. Om allerlei redenen weet ik achteraf niet of dat de beste keuze was. Laat ik zeggen dat als ik het over mocht doen, ik wel een lijstje verbeterpunten had. Maar dat is achteraf makkelijk praten.

Bovendien.. De kern van emancipatie is de vrije keuze. Niemand dwong mij -niet expliciet althans- thuis te blijven. Ik ben niet uit robuust huishoudhout gesneden. Bijstandmoeder zijn bleek geen sinecure. Maar het alternatief was voor mij destijds vele malen onaantrekkelijker: ik had op dat moment nog geen afgeronde beroepsopleiding op zak en zou met ongeschoolde arbeid fulltime moeten werken om rond te komen. En dus mijn kinderen fulltime elders moeten onderbrengen. Vergoeding daarvoor kreeg ik uitsluitend als ik de kinderopvang accepteerde die mij werd aangewezen. De oppasmoeder die ik zelf de beste keuze vond, werd niet toegestaan.

Dus ik bleef thuis, al deed ik jaren vrijwilligerswerk op een basisschool. Dat moest ‘illegaal’, want ook vrijwilligerswerk (destijds nog niet verplicht) mocht enkel op door de sociale dienst goedgekeurde plaatsen. Zo zijn er voor heel veel vrouwen nog heel veel andere redenen te bedenken waarom juist zij (en niet de vaders) ervoor kiezen hun carrière ondergeschikt te maken aan het opvoeden van de kinderen.

De kern van de vraag moet dan ook zijn: liggen er aan de keuzes van vrouwen (keuzes die grote gevolgen hebben voor het verloop van carrière en inkomen) basisbeginselen die de keuze zodanig beinvloeden dat deze keuze eigenlijk niet zo heel vrij meer is?

Boerkaverbod

Per 1 augustus gaat het zogenaamde boerkaverbod in Nederland in. Concreet betekent dit, dat het niet meer is toegestaan om een boerka (of welk item dan ook dat het gezicht onherkenbaar bedekt) te dragen in openbare ruimtes, scholen en openbaar vervoer:
‘Officieel gaat het om de Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding. Deze wet geldt vanaf 1 augustus en dat betekent dat je vanaf die dag openbare ruimtes zoals ziekenhuizen, overheidsgebouwen, scholen en het openbaar vervoer niet meer met een boerka, nikab, integraalhelm of bivakmuts mag betreden.‘ (bron) 

De naam ‘boerkaverbod’ zegt het al: geen hond denkt bij die nieuwe wet aan een integraalhelm op het hoofd van een pizzabezorger. Trouwens: die jongen mág zijn helm ook gewoon ophouden als hij jouw Quattro Stagioni met extra pepperoni bij jou aflevert.
Maar niet als hij zijn rijbewijs bij de gemeente gaat ophalen.
Net zoals jouw buurvrouw volstrekt geen wet overtreedt als zij in nikab of boerka haar eigen stoepje schoonveegt, maar in die outfit niet mag inchecken voor een vliegreis.

De ‘boerkawet’ is niets meer of minder dan een wet die ervoor zorgt dat mensen die om wat voor reden dan ook geïdentificeerd moeten kunnen worden (buskaartje, museumpas, vliegtuigticket/paspoort), herkenbaar zijn.
En dat is alleszins boerenverstandredelijk. Als je ergens komt waar je identiteit vastgesteld moet kunnen worden, moet je gezicht te zien zijn. Nogal logisch, ongeacht beroep of religie.

Maar de wet heeft in de inmiddels gevaarlijk gehersenspoelde volksmond een bijnaam gekregen die verwijst naar een geloof waar nogal wat mensen tegenwoordig graag de wortel van alle kwaad in zien. Onze regering speelt daar handig op in en laat het maar lekker zo; wat maakt het uit?
De boerkawet.
What’s in a name? Nogal veel, eigenlijk.

De naam doet vermoeden dat er hard opgetreden gaat worden tegen vrouwen die hun haar niet laten wapperen. Veel mensen weten niet eens het verschil tussen een hijab (hoofddoekje), chador, nikab of boerka. Zodra het haar verborgen is, gaan de alarmbellen af. Mensen die toch al een beetje bang waren voor moslims, voelen zich door ‘De Boerkawet’ bevestigd in hun angst: ‘Zie je wel! Er komt een wet tegen, dan moét het wel slecht zijn!’
Anderen roepen dat het tijd wordt dat Boerka’s verboden worden want: vrouwenonderdrukking. Ja. Dat zal misschien. En de dag dat alle vrouwenonderdrukking in Nederland alléén nog maar voorkomt bij dat handjevol vrouwen dat in boerka of nikab loopt, hang ik de vlaggen uit. Dan zijn we er bijna, qua vrouwenemancipatie. Maar zover is het nog lang niet.

En zolang het zo ver niet is, is het niet aan ‘ons’ Westerse vrouwen om degenen die in nikab of boerka over straat lopen nog eens extra te laten voelen dat ze niet gezien mogen worden.

Stel dat je gelijk hebt. Stel dat een vrouw in nikab thuis onderdrukt wordt. Denk dan eens terug aan je eigen moeder of grootmoeder, jong in de jaren 50 of 60. In haar jeugdjaren mocht ze geen broek dragen. Zelfs op de fiets moest daar voor de zedelijkheid een rok overheen. Zodra zij trouwde, werd het boterbriefje één op één vergezeld van een ontslagbriefje: zij werd niet geacht nog langer buitenshuis te werken. En ze mocht nog geen stofzuiger kopen zonder de schriftelijke toestemming van haar echtgenoot. Dat is allemaal nog niet zo lang geleden (en misschien zit daar de kern van de felle reacties?).

Stel dat je gelijk hebt. Stel dat een vrouw in nikab of boerka thuis onderdrukt wordt. Stel je nu eens voor dat jij die vrouw bent.

Helpt het dan als je op straat door andere vrouwen met de nek wordt aangekeken?




Heet! (van de naald)

(voor Marres Educatie)

Terwijl zo’n beetje iedereen die niét op zonvakantie is ligt te smelten onder de parasol of zelfs binnen zit, wordt achter de schermen gestaag doorgewerkt aan het nieuwe programma van Marres.

Op 4 augustus is de finnisage van The Floor is Lava, met boekpresentatie. Voor dit event en meer: zie de vernieuwde homepage van Marres.

Na de finnisage wordt het huis weer teruggebracht in de oude staat, in afwachting van de volgende metamorfose. Nu het programma steeds duidelijker wordt, zijn we bij educatie volop bezig met het ontwikkelen van nieuwe invalshoeken voor onze rondleidingen en workshops.
Deze nieuwe invalshoeken worden natuurlijk deels ingegeven door de aard van de verschillende nieuwe tentoonstellingen en performances. Tijdens Motus Mori is het huis zijn normale zelf, als decor voor de bewegingen van de dansers van Katja Heitmann. Leerlingen worden uitgenodigd bewegingen te ‘doneren’ aan de dansers, of observeren de bewegingen van anderen. Sta jij wel een stil bij hoe je staat, loopt, zit of ligt?

In The Waves, worden geluiden en ruimtes in en met elkaar verweven en worden leerlingen uitgedaagd om geluid op een heel nieuwe manier te ervaren en benaderen.
Daarnaast wordt er een nieuw Premium programma gestart, krijgen de jongeren die graag vrijwillig voor Marres werken meer invloed, gaan we uiteraard weer een jongerenproject organiseren en blijven we projecten als Eye-I verder ontwikkelen en uitbreiden.

De samenwerking met scholen wordt verder uitgebreid: Marres Educatie is nauw betrokken bij het grote project ’75 jaar vrijheid’, dat vanaf september langs vele middelbare scholen in Limburg zal trekken.

Kortom.. wij wensen iedereen in het onderwijs nog een paar weken heerlijke welverdiende rust en vertellen jullie na de zomervakantie graag uitgebreid over wat we leerlingen en jongeren komend jaar te bieden hebben in ons educatieve programma!

Vliegen.

Zomaar een vrije zaterdagavond. Afspraak vanwege weersvoorspellingen afgezegd, alleen thuis.
Muziekje aan, visjespasta met parmezaanse kaas maken, wijntje erbij, beetje rondsurfen of wat lezen…

Het zag er veelbelovend uit.

Ik weet niet waar ze vandaan kwamen, maar toen ik mijn eerste hap pasta om mijn vork draaide begonnen de vliegen tegen de ramen te botsen en zoemen. Niet een of twee, minstens tien strontvliegen gingen met hun gekmakende geluid los in de huiskamer.

Ik nam nog een hap en deed net of ik ze niet hoorde. Dat lukte ongeveer anderhalve minuut. Nog twee happen, in groeiende ergernis. ‘Ga toch gvd even ergens stilzitten, kútbeesten!‘. De maaltijd werd al iets minder romantisch.
Bij hap vijf had ik er genoeg van. ‘Sterf!!” zei ik terwijl ik een deel van de krant oprolde en daarmee op de krengen in begon te hakken. Ik sloeg er een stuk of vijf dood. Met de nodige risico’s, want op de vensterbank staan breekbare dingen die beter niet omvergemept kunnen worden.

De rest van de vliegen hield zich koest en schuil en ik ging weer zitten. Nam een hap terwijl ik in gedachten de laatste geraakte vlieg uit elkaar zag spatten. Voelde de voorlaatste hap weer omhoog komen.

De overlevenden namen na een kleine pauze wraak op hun vermoorde broeders en zusters en bromvliegden met verdubbelde inzet door de huiskamer. Naarstig zocht ik in gedachten een minder gore manier om van het gespuis af te komen. Nam nog een hap maar de garnalen leken ineens weer te leven en zwommen net zo hard mijn keel weer uit als ik ze wilde doorslikken. Ik pakte een deodorantmiskoop uit het toilet. Zelfs als toiletverfrisser niet te doen en, zo bleek al snel, uitstekend verdovingsmiddel voor vliegen. Ik raakte per ongeluk een spin, bood mijn excuses aan maar had ook een stuk of zes suffe vliegen op de vensterbank. En nu? Stofzuiger! Ja! Naar boven (intussen werd mijn eten koud maar dat was helemaal het punt niet meer), met stofzuiger weer naar beneden. Alle verdoofde vliegen erin gezogen en nog een paar iets levendiger exemplaren zo hopla van het raam geslurpt. Ha!

Nu ziet het raam eruit alsof ik alvast begonnen ben met de kerstversieringen (nooit geweten dat deodorant zulke rare vlekken op glas maakt), ruikt de hele huiskamer naar een mislukt experiment in een goedkope nagelstudio en ligt mijn eten in de vuilnisbak.

Maar de vliegen zijn weg.

Openbaar vervoer: Maastricht-Rotterdam.

Er stapt een opvallend zorgvuldig geklede meneer de bus in. Zijn leeftijd is lastig in te schatten, al doet zijn gesoigneerde uiterlijk vermoeden dat hij ouder is dan hij lijkt. Een duur overhemd, wit met een werkje in soepelvallende stof. Een zwart-wit geruite broek met perfecte pasvorm. Flinke zilveren ringen aan elke hand. Een wandelstok die vooral voor de sier lijkt. Riem en schoenen van exact hetzelfde kwaliteitsleer, zwarte sokken.

De buschauffeur zingt met de radio mee: ‘You look like you did before, only prettier..’

Bij de kiosk op het perron twijfelt een man over het soort wisselgeld dat hij nodig heeft. ‘Bestelt u eerst maar, dan kan ik nog even nadenken’.
Als mijn pinpas contactloos weigert: ‘U moet de chip er tegenaan houden’ en meteen daar achteraan: ‘Sorry, dat had ik niet mogen zeggen, dat is privé, sorry.’ Hij maakt er bijna een buiging bij.
‘Ach meneer, tegenwoordig is niks privé meer, het geeft niet.’ Ik pin en loop met koffie en saucijzenbroodje naar de trein.

In de trein typt een man op zijn laptop. Zijn reisgezel leest een boek met groen gemarkeerde delen. Niet door haar zelf gemarkeerd, zo gedrukt.

Buiten schijnt de zon alsof ‘ie niet van plan is daar ooit nog mee te stoppen.

De trein stopt in Eindhoven. Geen treinen tussen Tilburg en Breda. We stappen massaal over in een sprinter die wel naar Breda gaat. Kennelijk zit die op een ander spoor, zonder storing. Naast mij een man die ook naar Rotterdam moet. Hij wijst iedereen die zoekend rondkijkt de weg.

Met niet eens zoveel vertraging aangekomen, koffer thuisgebracht, katjes geknuffeld en eten gegeven en het dorp ingelopen. Terrasje, vlakbij een man die van zijn vrouw niet mag roken. Hij doet het toch en komt keuvelend over onbegrijpelijke zaken aan mijn tafeltje zitten.
Zij houdt hem scherp in de gaten. Ze lijkt op een vogeltje, met haar bolle buikje en breekbare beentjes. In plaats van een snaveltje heeft ze een gouden tand.

Iedereen groet elkaar hier, kennelijk is dit de stamkroeg van veel mensen uit het dorp. Eigenlijk is dit geen dorp meer: geannexeerd door Rotterdam. Maar daar trekken de bewoners zich weinig van aan.

Ik bestel een Hertog Jan Tripel, als ik een slok neem ruik ik de pijnboompitten die bij de calamaris geserveerd werden.
Het is hier aangenaam warm en dat komt niet alleen door de zon.

Presentaties bij het examenvak tekenen

(voor Marres Educatie)

Afgelopen donderdag kwamen behalve de leerlingen van Stella Maris, ook een aantal leerlingen van het Maartenscollege langs. Terwijl de jongere kinderen van Stella Maris door de tentoonstelling werden geleid, gaven de leerlingen van het Maartenscollege als echte professionals onverstoorbaar hun presentaties voor het vak tekenen. De naam van het vak doet de inhoud tekort: ’tekenen’ betekent naast daadwerkelijk zelf een eindwerk creëren (waarbij tegenwoordig heel veel technieken zijn toegestaan) ook behoorlijk pittige (en vooral interessante!) kunstgeschiedenis en kunstbeschouwing.
De theorie raakt vaak aan vakken als maatschappijleer en filosofie: de beeldende kunst is per slot van rekening een afspiegeling van en/of reactie op de maatschappij.

Leerlingen VWO krijgen een eindcijfer dat ongeveer 50/50 verdeeld is over theorie en praktijk. Wie niet heel goed kan tekenen maar wel heel goed is in het beschrijven en analyseren van kunst en kunstperiodes, kan dus net zo’n goed punt halen als die ene supergetalenteerde kunstenaar in de dop die niet graag in de boeken zit.

Afgelopen donderdag heeft een aantal leerlingen in elk geval weer een goed cijfer gehaald voor de theorie: het geven van een presentatie direct bij het betreffende kunstwerk is natuurlijk ook heel wat aansprekender dan op school bij het digibord!

Wil je jouw leerlingen ook de mogelijkheid van een presentatie bij Marres geven? Neem dan voor meer informatie contact op met Ilse van Lieshout.

Breinaald

‘Gelukkig ben ik zo iemand die altijd een breinaald in de kofferbak heeft liggen.’
Dat schreef ik begin mei als notitie, omdat ik het een grappige gedachte vond.

Nu heb ik daadwerkelijk altijd een breinaald in mijn kofferbak heb liggen. Niet om het een of het ander, de breinaald bleef er ooit eens liggen na een verhuizing, denk ik. En bleek vervolgens het ideale gereedschap om de motorkap van de auto los te maken. De auto is oud en de kap ontgrendelt wel, maar de rubbers kleven. De breinaald is precies rond en smal genoeg om zonder beschadigingen de kap open te laten springen.

Kort nadat ik die notitie schreef, brak op internet de pleuris weer eens uit vanwege uitspraken van Trump. Het zat er al langer aan te komen: de abortuswetten uit 1973 staan op de tocht en dreigen te worden teruggedraaid. Waarbij overigens vergeten wordt dat vlakbij, in Ierland, abortus pas sinds kort een klein beetje gelegaliseerd is.

Enfin. De breinaald in de auto was ineens niet zo heel grappig meer. Breinaalden zijn om mee te breien. En vooruit: om motorkappen open te maken.

Opzoek

De afgelopen maanden heb ik me inwendig telkens met man en macht verzet tegen mijn innerlijke strenge juf, als ik ergens weer ‘ik ben opzoek naar…’ of ‘wij zijn opzoek naar…’ zag staan. Ik nam me heilig voor me niet meer te bemoeien met deze hardnekkige spelfout. Me er niets van aan te trekken want hoe erg is het nou werkelijk als mensen ‘opzoek’ schrijven? Het klimaat, racisme, de Notre Dame.. Er zijn heus ergere dingen aan de hand.

Intussen heeft het dagelijks leven ook zo zijn zelfbeheersing vragende uitdagingen. Meestal gaat dat redelijk en vind ik mezelf best verstandig en volwassen. Meestal.

Vanavond zag ik samen met een vriendin, een prachtige performance/dansvoorstelling (zennnn….). Na afloop bestelden we nog wat te drinken.
Op een printje aan de toog werd gevraagd om nieuw personeel.
‘Wij zijn opzoek…’
Ik kreeg een rood waas voor mijn ogen, beende terug naar tafel en tas om een pen te pakken en kraste een corrigerende lijn tussen ‘op’ en ‘zoek’. Terwijl ik dat deed, waarschijnlijk met de lippen in een strakke streep, kwam de aardige jongen van de bediening terug. Wat ik aan het doen was?
‘Het is OP *SPATIE* ZOEK, niet opzoek!’ brieste ik.

‘Dankuwel, maar kunt u dat de volgende keer misschien gewoon even zeggen in plaats van zomaar te gaan lopen krassen? Nu ziet het er nog slordiger uit dan het was. ‘
De jongen zei dat allemaal zoals goede horecamensen dat doen. Keurig beleefd, maar niet mis te verstaan.

Ik stamelde wat excuses, hij had natuurlijk volstrekt gelijk. Ik legde een fooi neer en hoopte dat hij me zou vergeven. Op weg naar huis nam ik expres een afslag later, zodat ik met de muziek hard, nog even gas kon geven op de snelweg. Niet teveel natuurlijk, ik zong vooral heel hard. Afreageren doe je beter niet op snelwegen. En ook niet op suffe spelfouten bij verder prima horecagelegenheden waar je graag komt.