Ceramix

Ceramix in Bonnefantenmuseum: reis door verborgen kunstgeschiedenis

18

Shary Boyle – King Cobra, 2010 (28x36x25 cm)

door Hanneke van Dongen

Directeur Stijn Huijts laat er in de openingsspeech geen twijfel over bestaan: Ceramix is de grootste tentoonstelling ooit die volledig is gewijd aan keramiek. De tentoonstelling die is ontstaan uit een samenwerking met Cité de la Céramique (Sèvres) en la Maison Rouge (Parijs) zal daarna ook naar deze plaatsen doorreizen en toont meer dan tweehonderdvijftig kwalitatief hoogstaande werken uit de recente kunstgeschiedenis, afkomstig uit zowel musea als particuliere verzamelingen. Er komt een dia langs met een flinke reeks getallen die aan moet duiden wat een huzarenstuk het is geweest om deze expositie voor elkaar te krijgen. Maar wie de zalen in loopt heeft die cijfers niet nodig.

3

Jessica Harrison – Shirley, 2014 (19×14, 5×14 cm)

Gastconservatoren en kunsthistorici Camille Morineau en Lucia Pesapane hebben een hele verdieping van het museum tot hun beschikking gekregen om te laten zien hoe keramiek, na een eeuwenlang stempel als praktisch, functioneel of puur decoratief materiaal, zich in de loop van de afgelopen honderd jaar ontwikkeld heeft als volwaardige kunstvorm. Het onderzoek naar de geschiedenis van keramiek als autonoom medium valt samen met het twintigjarig bestaan van het Bonnefantenmuseum, dat gebouwd is op de plaats waar ooit de Société Céramique gevestigd was.

Alle reden voor Huijts om de conservatoren behoudens een maandelijks overleg carte blanche te geven voor de samenstelling van deze blockbuster. Stijn Huijts: “Deze tentoonstelling is organisch, bijna bij toeval ontstaan. De interesse van de beide kunsthistorica sloot behalve qua tijd en plaats aan op één van de koerswijzigingen die het Bonnefantenmuseum voor ogen heeft: we willen in de toekomst vaker van de gebaande paden treden en zogenaamde ‘secret canons’ laten zien.”

21

Betty Woodman – Balustrade Vase, 1993 (195x105x20 cm)

Met de verzameling werken die de gastcuratoren bijeen hebben weten te krijgen, wordt de boodschap poëtisch dan wel rauw, verstild of schreeuwend maar in elk geval luid en duidelijk gebracht: keramiek is de truttigheid al meer dan honderd jaar voorbij. Vreemd genoeg is er evenwel tot nu toe geen overzichtstentoonstelling geweest van wat kunstenaars als Gaugin, Picasso, Rodin en Miro, toch niet de minsten, gemaakt hebben in keramiek.

Lucio Fontana, bekend om zijn Concetto Spaziale (ruimtelijke concepten) waarbij hij schilderijen door middel van snedes of andere ruimtelijke ingrepen wilde ontdoen van hun tweedimensionale karakter, blijkt zijn beroemde gaten eerst in keramiek te hebben gemaakt. De fauvisten beschilderden niet alleen doek, maar ook vazen. Een groep Amerikaanse kunstenaars zette zich vanaf de jaren ’60 af tegen het abstract expressionisme met de zogenaamde ‘funk art’.

5

funk art: Robert Arneson – George and Mona in the Baths of Coloma, 1976 (62x150x80 cm)

En zo is er voor de serieuze kunstliefhebber die zich niet eerder in keramiek verdiepte de ene na de andere verrassing die steeds weer de vraag oproept: “Waarom wist ik dit nog niet?” De hoeveelheid én diversiteit aan keramiek is na veel puzzelwerk onderverdeeld in een aantal segmenten, die ondanks de vele werken over het algemeen voldoende rust en houvast bieden. In elke zaal is een verzameling werk rond een bepaald thema te vinden; chronologisch, geografisch of kunsthistorisch ingedeeld, variërend van eind negentiende eeuw tot heden.

11

Naast de op zichzelf staande sculpturen die soms toch wel wat hutjemutje staan, zijn er ook enkele installaties in keramiek die gelukkig bijna allemaal wel de ruimte krijgen die ze nodig hebben. Ook hier een verrassing: Piet Stockmans is vooral bekend om zijn fragiele en tactiele serviesgoed maar blijkt daarnaast autonoom een serieus oeuvre te hebben. Zijn ’t Is De Wind uit 1985 bestaat uit 500 elementen van 10×30 cm elk, die luchtig als gewichtsloze papiertjes aan de muur lijken te plakken, alsof ze er door een achteloze bries tegenaan zijn geblazen. Pure poëzie in wit en babyblauw die versterkt wordt door de rauwe brokken terracotta aan de tegenoverliggende wand van Daniel Pontoreau, met de handboeien van Rachel Labastie kalmpjes als verontrustende verbinding tussen deze twee werken in.

En er is meer, veel meer. Te veel om in dit artikel op te sommen. En één ding lijkt duidelijk: Maastricht staat met deze tentoonstelling in één klap weer indrukwekkend op de kaart als keramiekstad. Zoals een bezoeker opmerkte: “Maastricht wil zich profileren als modestad, maar noem mij eens één groot modehuis dat hier ooit gevestigd is geweest?”

15

werk op voorgrond: Robert Arneson – Current Event, 1973 (23x437x213 cm)

Ceramix – keramiek in de kunst van Rodin tot Schütte (Bonnefantenmuseum, Maastricht t/m 31 januari  2016)

Jan van Eyck

Beeldende denkers in Jan van Eyck

 

Jo Frenken kijkt stralend rond, na een week van lange dagen in het Charles Nypels Lab, de eigen drukwerkplaats van de Jan van Eyck Academie. Hier kunnen deelnemers maar ook kunstenaars van buiten de academie terecht voor een unieke combinatie van diverse druktechnieken.

Risoprint, zeefdruk maar bijvoorbeeld ook oude stencilmachines: elke techniek heeft eigen mogelijkheden en uitstraling zodat zelfs de meest wilde kunstenaarsideeën uitgevoerd kunnen worden, vertelt Jo Frenken. Jo is de coördinator van het Charles Nypels Lab, al doet het droge woord ‘coördinator’ geen eer aan de bevlogen, enthousiaste man die mij vertelt over zijn werkplek waar de afgelopen week een berg werk verzet is: “Het was geweldig, volgend jaar graag weer maar dan wil ik daarna wel graag een week vakantie,” zegt Jo lachend.

Jo Frenken

Aan de muren van de prachtige kantine en centrale entreeruimte van de Jan van Eyck in Maastricht hangen zeer uiteenlopende prints in verschillende druktechnieken. Van formaat ansichtkaart tot eenpersoons dekbed en van stencil tot combinaties van bijvoorbeeld Risoprint met zeefdruk: de variatie is groot en een rode draad is zonder uitleg niet op het eerste gezicht te vinden. Niet dat dit een probleem is: elk werk vertelt een eigen verhaal of stelt eigen vragen.

Grafisch ontwerp is natuurlijk bij uitstek een vakgebied waarbij beeld en tekst zonder verdere toelichting hun eigen verhaal zo krachtig mogelijk moeten vertellen. De deelnemers aan de Summer Design Academy zijn hier ondanks de grote tijdsdruk goed in geslaagd, zowel in print als digitaal. De digitale presentaties vind je direct bij binnenkomst links. Op de tafels in de kantine blijken ook de menukaarten verrassend aangepast aan de expositie, een vrolijke noot in de soms pittige onderwerpen die worden aangesneden.

De tentoonstelling The Digital vs The Archaic (t/m 12 september) is de uitkomst van een intensieve samenwerking, een week lang, van zestien internationale grafisch ontwerpers die zich onafhankelijk van elkaar hebben aangemeld voor de Summer Design Academy. De workshop wordt geleid door de Design Displacement Group, bestaande uit vijftien ontwerpers en een wetenschapper die zich bezig houden met onderzoek naar de toekomst van design.

De titel zegt het al: oude en nieuwe technieken ontmoeten elkaar en worden eventueel gecombineerd. Jo Frenken legt uit: ‘De kunstenaars zijn twee aan twee aan elkaar gekoppeld, door er een algoritme op los te laten. Elke dag hebben ze een ander thema gekregen, dat nog diezelfde dag uitgewerkt moest worden tot twee eindproducten: ’s ochtends een digitaal werk, ’s middags drukwerk. Elk koppel heeft bij aanvang van de week een druktechniek en een kleurenpalet toegewezen gekregen. Dit lijkt misschien beperkend maar geeft juist een kapstok, enig houvast om in zo’n kort tijdsbestek kwalitatief goed werk te kunnen creëren.’

Ter illustratie van de vragen waar de ontwerpers tegenaan liepen geeft hij een voorbeeld: “We kennen allemaal het teken van radioactief afval. We weten ook dat radioactief afval een afbraaktijd heeft van tienduizend jaar. Het afval wordt achter slot en grendel gestopt, met voor ons, nu, duidelijke waarschuwingen op de deuren. Maar wie garandeert dat over pak ‘m beet negenduizend jaar de mensen onze tekens nog kunnen begrijpen? Kun je tekens maken die universeel leesbaar zijn en blijven?”
Vind op dat soort vragen in een ochtend of een middag maar eens een antwoord dat je ook nog grafisch vorm moet geven en uitvoeren.

Er zijn regelmatig tentoonstellingen en gratis lezingen bij de Jan van Eyck Academie, waar je overigens voor een bescheiden bedrag ook heerlijk kunt lunchen. Voor meer informatie en openingstijden: janvaneyck

Voor voorbeelden van wat er allemaal voor moois gemaakt wordt in het Charles Nypels Lab: instagram charles nypels lab

Gepubliceerd op ZwartGoud 3 september 2015

Poëziebus: poëtische parels op de parkeerplaats

Poëziebus: poëtische parels op de parkeerplaats

Afgelopen donderdag (23 juni) was het terrein van het Werkgebouw een avond lang het vreedzame strijdtoneel van een dichterlijke uitspatting.

De Poëziebus hield halt in Maastricht, met een gezelschap van maar liefst vijftig dichters dat een week lang door België en Nederland trok, om op elke rustplaats ruim honderd gedichten voor te dragen. Heel even leek het er op dat er beduidend meer dichters dan luisteraars zouden zijn, een handvol mensen wachtte in de zomerzon op een buslading poëten. Tegen de tijd dat het bonte gezelschap klaar was om het podium te betreden was de verhouding publiek/performers ongeveer 50/50. De rest van gedichtenminnend Maastricht heeft echt wat gemist.

Elke dichter droeg twee werken voor. Achter elkaar door, behoudens twee pauzes. De eerste was noodgedwongen: een verdwaalde en tamelijk dronken man die het erg moeilijk vond zijn mond te houden moest onder zachte dwang van het terrein verwijderd worden. Maar niet nadat hij eventjes plaats had genomen op het podium. Helaas voor hem: zijn vertrek van het terrein kreeg meer applaus dan zijn optreden.

Ik hoor je intussen denken: hónderd gedichten? Is dat niet een beetje heel erg veel? Wordt dat niet vreselijk saai, langdradig of onbehapbaar? Nee. Geen moment. Natuurlijk sprak niet elke dichter iedereen even sterk aan maar de enorme variatie aan stijlfiguren (letterlijk en figuurlijk) hield de vaart er probleemloos in. Er werd genoten, zowel door het publiek als de dichters zelf.

Doordat de dichters al een paar dagen samen in de bus zaten, waren intussen ook samenwerkingen ontstaan. Een van de eerste dichters bracht een prachtig gedicht aan Lotte Dodion, die daar toen zij een half uurtje later aan de beurt was ontroerend mooi op reageerde. Zo snel kan het gaan als de liefde voor taal gedeeld wordt.

Al met al waren de ruim (sommigen smokkelden een derde werk het podium op) honderd gedichten op voor het het wisten. De dichters mengden zich onder het enthousiaste publiek, er ontstonden gesprekken en signeersessies, waarna de bus onder luid applaus naar de volgende stad vertrok.

Volgend jaar weer alsjeblieft! En dan graag met wat meer ruchtbaarheid en publiek. U bent alvast getipt.

 

Design Day 2015

Design Day: de kunst van het toepassen

pastedGraphic.png

door Hanneke van Dongen

Onlangs vond de tiende editie van DesignDay plaats in Maastricht. In de Decorfabriek verzamelden zich een kleine zestig ontwerpers in diverse ontwerpdisciplines. Meubels, woonaccessoires, sieraden en kleding werden door de ontwerpers getoond en desgevraagd van uitleg voorzien. In de brochure werden de uiteenlopende manieren van werken verbonden door een niet erg verrassende rode draad: duurzaamheid.

De ontwerpers zelf lieten zich aan dit zo langzamerhand clichématige thema weinig gelegen liggen en vertelden enthousiast over hun ontwerpen en maakprocessen en de achterliggende ideeën. De rode draad die door de diverse gesprekken liep: hoe maak je ontwerpen die toepasselijk én persoonlijk én innovatief zijn?

Een kleine greep uit de grote keuze:

pastedGraphic_1.png

Company JIB

Company JIB heeft op hun website de volgende visie staan: “The old society’s system with its fixed elements is slowly being replaced by a new system. We’re separating ourselves from the standard, we’re pushing boundaries and we’re making the world our new workspace.” Het op de DesignDay getoonde werk is Home Is Where The Anchor Drops, een doos met twee sets handgemaakte houten driehoekjes van verschillende dikte. Eén set voor eigen gebruik, één set om uit te delen (en weer terug te krijgen).

De driehoekjes worden in een eigen compositie met klittenband aan bijvoorbeeld een muur bevestigd. Een deel van de driehoekjes wordt aan dierbaren doorgegeven, al dan niet met een persoonlijke boodschap er op. De stukjes reizen en komen terug, ook nu eventueel weer met persoonlijke toevoeging zodat het werk aan de muur steeds verandert en mettertijd een mozaïek wordt van de dierbaren om je heen.

pastedGraphic_2.png

Sacha Wendt



Sacha Wendt maakte haar eerste 2-D tas als rekwisiet voor een theatervoorstelling: “Zo’n echte standaard voor iedereen herkenbare ouderwetse schooltas, met twee voorvakken, van dat rare oranje leer. De tas viel erg in de smaak, ik ging verder op het strip-achtige thema en tja..” Lachend wijst Sacha naar haar rek vol vrolijke tassen. Haar nieuwste ontwerp is een ludieke tas met een knipoog naar vrouwen die niet één, twee maar soms zelfs drie tassen meezeulen.

pastedGraphic_3.png

Leonie Suzanne

Leonie Suzanne vertelt over het verdwijnen van het oude vak van kleermaker en hoe ze daar met de nieuwste technieken haar eigen draai aan geeft: “Computers en machines brengen nieuwe mogelijkheden voor het ontwerpen van kleding. Met een 3-D bodyscan wordt een digitale replica van jou gemaakt, waar een computerprogramma dan een kledingstuk op kan maken. Vervolgens kun je door klikken en slepen je eigen, individuele invulling aan je kledingstuk geven. Plooien, naden, vlakken, kleuren, de mogelijkheden zijn eindeloos. Je ontwerp wordt als een puzzel uitgesneden, keurig genummerd. Tot slot worden alle stukjes handmatig in elkaar gezet en heb je een uniek kledingstuk, dat past als een tweede huid”.

pastedGraphic_4.png

Downtown Dress Up

Daniela en Sanne van Downtown Dress Up maken tassen, schoenen en kleding met ongebruikelijke technieken. Zo verwerkt Sanne fragmenten van foto’s die ze op haar reizen maakt in haar kledingprints. “Ik kies delen van foto’s uit en laat daar stempels van maken, de oude ambachtelijke hoogdruktechniek. Met die stempels bedruk ik stoffen die ik verwerk in mijn kleding-ontwerpen. Zo vertelt elk kledingstuk een klein verhaal over mijn reizen. Op de labels in de kledingstukken zie je de foto waar het dessin-ontwerp op gebaseerd is”.

Wie heeft eigenlijk ooit bedacht dat vogelhuisjes rechthoekig moeten zijn? Dat vroeg Bart Noordermeer van Dwarst zich ook af en van daaruit ontstond het eivormige vogelhuisje. Het werkt. Het prototype werd rijkelijk laat opgehangen maar is inmiddels bewoond door een pimpelmees-familie. Klik op de link voor een filmpje van de enthousiaste bewoners:

Pimpelmees maakt nest in betonnen vogelhuis.

<div class=”player-unavailable”><h1 class=”message”>Er is een fout opgetreden.</h1><div class=”submessage”><a href=”http://www.youtube.com/watch?v=cZGu-2s4cCc” target=”_blank”>Bekijk deze video op www.youtube.com</a> of schakel JavaScript in als dit is uitgeschakeld in je browser.</div></div>

Eddy Thonon vertelt hoe zijn ideeën over lichtgewicht meubelen ontstonden tijdens het werken in een meubelzaak. Al het gesjouw met loodzware eiken kasten en banken bracht hem op een zoektocht naar materiaal dat licht, sterk, gemakkelijk te verwerken én recyclebaar was. Dat bleek gerecycled piepschuim te zijn. Zijn luie fauteuil til je met één hand op en je kunt er door de sterke afwerking met een in elke gewenste kleur te verkrijgen kunststof laag zelfs op staan. De meubelen kunnen na gebruik ‘ontmanteld’ worden en bijna eindeloos opnieuw verwerkt.

pastedGraphic_5.png

Iris Claessens (rechts)

Onder de hoed van de ABKM zit Iris Claessens met haar Broche For A Day. Duurzaamheid is hier juist niét het thema: haar breekbare, zeer tijdelijke sieraadjes van onderweg geplukte bloempjes geven de vergankelijkheid weer. Het publiek glimlacht bij de herinnering aan het rijgen van kettingen van madeliefjes tijdens lang vervlogen zomers.

En er was meer, veel meer. De oase van rust die in de grote verzameling ontwerpen naast het café was gebouwd, was een aangename verrassing in het grote aanbod van design-objecten. De Ruimtemakerij bouwt tijdelijke ruimtes van uitsluitend organisch materiaal, als meditatie- of stilteruimte. In dit geval een koepeltent die iets aan een yourt deed denken, met een prachtige lichtinval vanuit het plafond. Een mooie plek om deze Design Day af te sluiten en écht even stil te staan (of zitten) bij wat ‘duurzaam’ nu eigenlijk nog betekent of zou moeten betekenen.

pastedGraphic_6.png

De Ruimtemakerij



Design Day (15, 16 en 17 mei 2015, Maastricht)

Fashion Clash 2015

FashionClash 2015: de kleding maakt de mens

pastedGraphic.png

(foto: Roel Janssen)

door Hanneke van Dongen / foto’s: Hanneke van Dongen en Roel Janssen 

De catalogus liegt er niet om. Mooi uitgevoerd en gericht op een internationaal publiek, sluit het voorwoord af met de woorden: ‘We invite you to jubilate, reflect and broaden your horizon using the ‘clash’ of cultures, visions and thoughts we will give to you’.

Op de parkeerplaats verruilt een mooi jong meisje voor ze uit de auto stapt haar comfortabele sneakers voor torenhoge hakken. Want je horizon verbreden, dat kan natuurlijk niet op simpele gympen. De muzikale omlijsting van dit tafereeltje wordt gevormd door Julio Iglesias en André Hazes, die luid uit buitenspeakers galmen. Hoort dit bij het thema van dit jaar, gender?

Dat thema knarst een beetje: is de modewereld niet al decennia lang bezig met individualiteit en expressie daarvan? Waarom ineens terug naar een afgebakend ‘hip’ thema, dat dan ook nog redelijk vernauwd wordt door het te reduceren tot louter het opheffen van de (uiterlijke) verschillen tussen man en vrouw?


alt=”pastedGraphic_1.png” />

(foto: Hanneke van Dongen)

In de markthoek, waar ontwerpers van kleding en accessoires hun werk presenteren, is het thema niet altijd even duidelijk aanwezig. Uitzondering hier op is het kledingmerk One Wolf. De sympathieke ontwerpers vertellen mij desgevraagd dat de wolf -anders dan de hond- staat voor een dier dat wel samenwerkt in een roedel als dat nodig is, maar in principe een autonoom, solitair dier is. Deze gedachte heeft One Wolf vertaald naar hun kleding: een sobere, bijna uniforme, schouderophalende eenvoud van de ontwerpen, waar bij betere beschouwing wel degelijk subtiele eigenheid in zit. Hier is gender zoals uitgelegd door FashionClash simpelweg geen issue meer.

pastedGraphic_2.png

(foto: Roel Janssen)

In de gratis toegankelijke expositie is duidelijk gezocht naar gender-gerelateerd werk. Jammer is dat veel werk blijft steken in het benadrukken van de verschillen, door vrouwelijke dan wel mannelijke stereotiepen van plaats te laten verwisselen. Een tekening van een man met baard, in jarretelles waar zijn geslachtsdelen onderuit piepen, een man met rollers in het haar. Technisch prima uitgevoerd werk maar niet erg verrassend. Het gebruik van clichés lijkt de verschillen tussen ‘mannelijk’ en ‘vrouwelijk’ eerder te benadrukken dan op te heffen.

pastedGraphic_3.png

(foto: Hanneke van Dongen)

Niet te missen is het meterslange gobelin-achtige fluwelen doek dat een zijwand van de tentoonstelling markeert. Het dessin op het fluwelen doek bestaat uit digitaal bewerkte pornografische afbeeldingen. Uit hun context en op een qua materiaal en kleur bijna barokke manier uitgevoerd worden de expliciete afbeeldingen quasi-nonchalant. Maar wat heeft porno te maken met de doelstelling van vervaging van de grenzen tussen de seksen? Of wil de kunstenaar gewoon zeggen dat alles moet kunnen?

Integer en helder zijn de video’s waarin drie mensen die intensief bezig zijn met hun identiteit zich om- aan- of uitkleden en daarbij vertellen wat hen beweegt in het kiezen van hun kleding. Deze drie jonge mensen zijn tevens de eerste modellen bij de openingsshow.

pastedGraphic_4.png

(foto: Roel Janssen)

In deze show wordt opnieuw duidelijk dat onze cultuur nog aan veel meer hokjes vast zit dan we ons zelf graag vertellen. Juist daar waar het thema gender de opdracht was, schiet het zijn doel m.i. regelmatig voorbij. De latere shows, waarin de ontwerpers gewoon laten zien waar ze voor opgeleid zijn (kunst maken met als drager het menselijk lichaam), roepen regelmatig bewondering bij het publiek op. Meer moet dat niet zijn.

De kloof tussen (het doel van) FashionClash en de buitenwereld wordt zondag pas echt duidelijk als blijkt waar de keiharde volksmuziek vandaan komt.

Niet uit de decorfabriek.

De buren hebben een feestje in de kroeg. De organisatie had aan de buren gevraagd of tijdens de gevoelige, subtiele dansvoorstelling Tabula Rasa de muziek wat zachter kon. Precies tijdens de voorstelling gaat de geluidsinstallatie een paar tandjes harder. Een enkele kroeggast komt even rondneuzen in de decorfabriek. Via de achteringang. In campingsmoking. Ongehoord? Waarom? Dit is zíjn identiteit, mag die er dan niet zijn? Dus toch, op de valreep, nog een echte FashionClash.

Maar laat de organisatie daar geen thema van maken volgend jaar. Een thema beperkt de ontwerpers en wordt al snel geforceerd. Laat FashionClash gewoon zijn wat het is: een driedaags modespektakel voor iedereen die graag mode ziet én gezien wil worden. Glitter en glamour met als voornaamste doel: mooi zijn. Niets mis mee.

En wat de buren betreft? Identiteit is óók gender, ongeacht geslacht. De achterflap van de brochure heeft als tekst: ‘Imagine there’s no gender, it’s easy if you try.’ Om een ander stukje songtekst aan te halen: ‘It takes every kinda people…’

FashionClash Festival (Maastricht, 4 t/m 7 juni 2015)