Op de persoonlijke invalidenparkeerplaats staat een auto met een heel ander kenteken dan die op het bordje.
Het regent dat het giet.
Een motoragent stopt een briefje onder de ruitenwisser en loopt terug naar zijn motor op de stoep aan de overkant. Hij doet zijn helm af: hipsterbaard en halflang haar. Haar en baard zijn allebei al aardig grijs. Een kwartiertje staat de agent naast zijn motor, hij tikt op zijn telefoon. Zet zijn helm op, rijdt weg.
De auto staat er nog, met een nat briefje onder de ruitenwisser.
De eigenaars van de auto komen terug, een man en vrouw van bijna middelbare leeftijd. De bon wordt onder de ruitenwisser vandaan gehaald. Een overbuurvrouw roept vanaf haar balkon: ‘Dat had je echt kunnen zien, kijk op dat bord dan, het staat er toch duidelijk!’ Het echtpaar reageert niet, stapt in de auto.
De man zit achter het stuur, met zijn handen voor zijn gezicht. Zijn schouders schokken.
Ik draai mijn hoofd weg en werk verder aan het plafond van de huiskamer.
Onderweg
Als ik me niet vergis, mag je drie verhalen/gedichten bekijken voor je besluit lid te worden van ‘Papieren Helden’.
Ik hoop dat ik me niet vergis en dat je dit kunt lezen: ‘Onderweg (in achttien observaties)’
Aangenaam
De eerste afspraak in maanden, met iemand die ik niet eerder heb ontmoet. Een zakelijke afspraak, in de stad. De stad die ik al maanden niet heb bezocht.
De hernieuwde kennismaking tussen de stad en mij is voorzichtig: ik parkeer mijn auto zo ongeveer recht onder het terras waar het gesprek zal plaatsvinden. Een roltrap en twintig stappen later zit ik me op een terras aan de Maas aan de kant waar de tafeltjes het verst uit elkaar staan af te vragen of ik niet overdrijf.
Een hand wordt weifelend uitgestoken en als ik niet meteen reageer weer teruggetrokken. ‘Wel of niet een hand geven?’ ‘Doe maar liever niet.’ zeg ik.
Het is een prettig gesprek. Na afloop -want dat hebben we nu eenmaal afgesproken- ook geen handdruk. Pas op dat moment realiseer ik me dat een handdruk meer is dan een beleefde geste.
Een afronding, een bevestiging, een positief gebaar, de westerse manier van zeggen: ‘Dank je wel.’
Daar zal de komende tijd toch een alternatief voor bedacht moeten worden. Of niet: ik heb tegenwoordig standaard een flesje ontsmettende alcohol in mijn tas. Het flesje gebruiken, aanbieden en dan alsnog handen schudden? Of handen schudden en vervolgens ontsmetten?
Kunnen we daar aan wennen?
Of lijkt dat teveel op je mond of wang demonstratief afvegen als je door iemand gekust wordt?
Het gaat nog een hele tijd duren voor ‘het nieuwe normaal’ een beetje normaal zal aanvoelen..
(Foto: diva Nina. Volstrekt irrelevant en haar zal het allemaal worst wezen)
Voor..
.. lieve R. en voor S. die hier niet bleef.
Bloemetjes en bijtjes
Vandaag is het bij de vijver een drukte van jewelste. Geen zuchtje wind; zelfs de kleinste insecten kunnen dansen.
Het bijtje op de foto lijkt in een bloem te willen wonen.
Het zit er zomaar in te zitten, zolang er geen grote bij langskomt voor stuifmeel.
Voor een grote bij gaat het even opzij, blijft om de bloemstengel vliegen om direct weer te landen als de indringer verdwenen is.
Soms probeert het kleintje een grote bij weg te jagen. De grote bijen zijn niet erg onder de indruk.
Leesvoer
Om even bij stil te staan, voor we weer gaan rennen.
Coronamaatregelen
In het Limburgse Heuvelland worden in het weekend alle toegangswegen bewaakt, om te voorkomen dat er toeristen corona komen brengen.
Op de weg naar de supermarkt is een rotonde waar je niet zonder controle rechtsaf mag.
Er staat een man met een felgeel jasje. Elke auto moet stoppen. Het raam aan de bestuurderskant gaat open, de man met het felgele jasje praat even met zijn neus half in de auto met de bestuurder. Kennelijk is het in orde: het raampje gaat dicht en de auto rijdt door.
De man in het felgele jasje hoest. Met een handgebaar maant hij de volgende bestuurder te stoppen. Terwijl hij wacht tot het raampje open is pakt hij een verfrommelde zakdoek uit zijn broekzak en snuit zijn neus.
Hars
Als je kozijnen van 93 jaar oud tot op het hout met een verfbrander schoonmaakt, lost er soms wat hars op. Dat ruikt dan net zo lekker als hars die kersvers uit een levende boom druipt.
Alleenzaamheid
Vandaag gebruikte ik het woord ‘alleenzaamheid’ weer eens in een tekst. Ik verzon het jaren geleden en vergeet steeds weer dat het geen bestaand woord is. Een vriendin las het en vertelde me hoe mooi ze het vond. Dat heeft eerder niemand gezegd.
Misschien zijn mensen nu anders alleen of eenzaam dan een maand geleden en moet daar een nieuw woord voor bedacht worden. Het woord ‘huidhonger’ wordt tegenwoordig weer meer gebruikt, maar dat bestond al.
Er zijn ook mensen die het juist geweldig vinden dat -bijvoorbeeld- hun stad leeg is. Die voelen misschien juichstilte.
Weet jij nog een mooi (nieuw of bestaand) woord voor de ervaring waar we nu met z’n allen in zitten?
Papieren Helden
Er zijn heel veel mensen die voor ons fysieke welzijn zorgen.
Maar de geest wil ook wat. Als je graag leest omdat je dan even verlost bent van de dagdagelijkse werkelijkheid, is er dit prachtige initiatief.
Gaat dat zien.