Aangenaam

De eerste afspraak in maanden, met iemand die ik niet eerder heb ontmoet. Een zakelijke afspraak, in de stad. De stad die ik al maanden niet heb bezocht.
De hernieuwde kennismaking tussen de stad en mij is voorzichtig: ik parkeer mijn auto zo ongeveer recht onder het terras waar het gesprek zal plaatsvinden. Een roltrap en twintig stappen later zit ik me op een terras aan de Maas aan de kant waar de tafeltjes het verst uit elkaar staan af te vragen of ik niet overdrijf.

Een hand wordt weifelend uitgestoken en als ik niet meteen reageer weer teruggetrokken. ‘Wel of niet een hand geven?’ ‘Doe maar liever niet.’ zeg ik.

Het is een prettig gesprek. Na afloop -want dat hebben we nu eenmaal afgesproken- ook geen handdruk. Pas op dat moment realiseer ik me dat een handdruk meer is dan een beleefde geste.

Een afronding, een bevestiging, een positief gebaar, de westerse manier van zeggen: ‘Dank je wel.’

Daar zal de komende tijd toch een alternatief voor bedacht moeten worden. Of niet: ik heb tegenwoordig standaard een flesje ontsmettende alcohol in mijn tas. Het flesje gebruiken, aanbieden en dan alsnog handen schudden? Of handen schudden en vervolgens ontsmetten?

Kunnen we daar aan wennen?
Of lijkt dat teveel op je mond of wang demonstratief afvegen als je door iemand gekust wordt?

Het gaat nog een hele tijd duren voor ‘het nieuwe normaal’ een beetje normaal zal aanvoelen..



(Foto: diva Nina. Volstrekt irrelevant en haar zal het allemaal worst wezen)



Bloemetjes en bijtjes

Vandaag is het bij de vijver een drukte van jewelste. Geen zuchtje wind; zelfs de kleinste insecten kunnen dansen.
Het bijtje op de foto lijkt in een bloem te willen wonen.
Het zit er zomaar in te zitten, zolang er geen grote bij langskomt voor stuifmeel.
Voor een grote bij gaat het even opzij, blijft om de bloemstengel vliegen om direct weer te landen als de indringer verdwenen is.

Soms probeert het kleintje een grote bij weg te jagen. De grote bijen zijn niet erg onder de indruk.

Coronamaatregelen

In het Limburgse Heuvelland worden in het weekend alle toegangswegen bewaakt, om te voorkomen dat er toeristen corona komen brengen.
Op de weg naar de supermarkt is een rotonde waar je niet zonder controle rechtsaf mag.

Er staat een man met een felgeel jasje. Elke auto moet stoppen. Het raam aan de bestuurderskant gaat open, de man met het felgele jasje praat even met zijn neus half in de auto met de bestuurder. Kennelijk is het in orde: het raampje gaat dicht en de auto rijdt door.

De man in het felgele jasje hoest. Met een handgebaar maant hij de volgende bestuurder te stoppen. Terwijl hij wacht tot het raampje open is pakt hij een verfrommelde zakdoek uit zijn broekzak en snuit zijn neus.

Alleenzaamheid

Vandaag gebruikte ik het woord ‘alleenzaamheid’ weer eens in een tekst. Ik verzon het jaren geleden en vergeet steeds weer dat het geen bestaand woord is. Een vriendin las het en vertelde me hoe mooi ze het vond. Dat heeft eerder niemand gezegd.

Misschien zijn mensen nu anders alleen of eenzaam dan een maand geleden en moet daar een nieuw woord voor bedacht worden. Het woord ‘huidhonger’ wordt tegenwoordig weer meer gebruikt, maar dat bestond al.

Er zijn ook mensen die het juist geweldig vinden dat -bijvoorbeeld- hun stad leeg is. Die voelen misschien juichstilte.

Weet jij nog een mooi (nieuw of bestaand) woord voor de ervaring waar we nu met z’n allen in zitten?



Yes, please! Voorlopig laatste deel..

Deze blog heeft lang op zich laten wachten.
De bedoeling was uitgebreid verslag te doen van de rondleidingen die 10, 11 en 12 maart plaatsvonden. Op dat moment waren we nog in het stadium ‘geen handen schudden’. Aan het einde van dezelfde week viel het doek voor ettelijke tentoonstellingen, voorstellingen, optredens en dus ook voor ‘Yes, please!’.

Vervolgens werd elke aanzet tot deze blog achterhaald door nieuwe feiten en maatregelen en ziet het er inmiddels naar uit dat ‘Yes, please!’ niet meer door publiek ervaren zal worden. Dus ook niet door leerlingen.

10 en 11 maart werd ‘Yes, please!’ bezocht door 5e jaars leerlingen VWO van het Porta Mosana College. Er lag een heldere opdracht vanuit school: de leerlingen waren bezig aan hun eindpresentatie voor CKV*.
Aan Marres het verzoek om deze leerlingen een handje te helpen bij het vinden van inspiratie en invalshoeken, vanuit de bestaande tentoonstelling.

Een deel van het team educatie heeft zelf CKV gegeven in het regulier onderwijs, Marres heeft inmiddels heel wat ervaring met onderwijs op maat en de tentoonstelling over erotische fantasieën, juist bij deze doelgroep, bleek enorm drempelverlagend te werken.
De rondleidingen en bijbehorende workshops werden een mix van luchtig vermaak (bijvoorbeeld in De Keuken, waar zweepjes en andere attributen natuurlijk wel wat hilariteit veroorzaakten), diepe concentratie (in Het Membraan), speelse verwondering, ontspanning (de ruimte met het tapijt) en serieuze gesprekken. Voor nagenoeg elk persoonlijk CKV-onderzoek werd een passende insteek bedacht om naar de tentoonstelling te kijken. Zo was er een leerling die dacht ‘niks te kunnen’ met deze expositie, omdat zij met architectuur bezig was. ‘Maar deze expositie staat in een gebouw.. Wat valt je op aan dit gebouw? Hoe hebben de makers gebruik gemaakt van het huis van Marres, waar denk je dat ze tegenaan gelopen zijn en hoe hebben ze dat opgelost?’
De gesprekken gingen -zoals altijd bij Marres- vanuit de persoonlijke beleving van de leerlingen naar de buitenwereld. Deze insteek is meteen het grootste verschil tussen reguliere rondleidingen en de zintuiglijke benadering van Marres.

Een veelgehoorde reactie was: ‘Dit had ik helemaal niet verwacht, dit is écht leuk!’ Bij doorvragen bleek dat twee dingen als verrassend en positief ervaren werden: het feit dat alle gesprekken vertrokken vanuit de leerlingen zelf; hun mening, gevoel, ervaring of visie en het feit dat je in ‘Yes, please’ nu eens niét overal vanaf moest blijven.

De ruimte om fysiek contact te mogen maken met de werken in de tentoonstelling in combinatie met gesprekken over kunst, CKV, intimiteit, vertrouwen en wat al niet meer, maakte dat de meeste leerlingen anders vertrokken dan ze binnenkwamen.
De sfeer ging van giechelig via aandachtig naar een groeiend besef dat de enige grenzen die er naast de wettelijke grenzen werkelijk toe doen, de grenzen zijn die jij voor jezelf bepaalt.

12 maart kwam er een groep kleuters van de Montessorischool naar Marres. Hier werd uiteraard niet over zinnelijke fantasieën gepraat, de kinderen werden meegenomen in een tactiele ervaring zonder erotische context. Voor de kleintjes die gewend zijn aan ‘Kijken met de oogjes, niet met de handjes!’ werd de ervaring van mogen voelen en daar woorden aan geven of over tekenen, een bijzondere belevenis.

Al met al.. na de eerste rondleidingen en workshops was het team educatie overrompeld, ontroerd en vooral verdomd gemotiveerd om uit ‘Yes, please!’ alles te halen wat er te bieden was. En dat was veel.
Zoals heel veel andere mooie initiatieven die ‘on hold’ staan, mag het nu even niet zo zijn.
Maar nu we in onze directe fysieke contacten plots zo beperkt worden, is er wellicht des te meer ruimte voor onze fantasie, op welk gebied dan ook..

We werken achter de schermen door aan ons educatieve programma en in onze dagdromen verheugen we ons alvast weer op de volgende groepen leerlingen, al zal dat waarschijnlijk in een nieuwe tentoonstelling zijn.

Intussen nodigen we jullie graag uit om het virtuele aanbod van Marres te bekijken. Een interview over het maakproces van ‘Yes, please!’ vind je hier . 
Het hele virtuele aanbod (misschien wil je jouw ervaring van ‘Yes, please!’ met ons delen in de Onzichtbare Collectie?) vind je hier.

*CKV: Culturele en Kunstzinnige Vorming, een landelijk verplicht vak voor alle leerlingen in het middelbaar onderwijs.

Deftige dame

De buurtsuper, een doordeweekse dag. De meeste mensen doen allang de moeite niet meer er representatief uit te zien en komen doelgericht en snel halen wat ze nodig hebben.
De mevrouw voor mij heeft zwarte lakleren stilettohakken aan. De schoenen hebben een vrij korte neus. Ik zie nog net de bilspleetjes van haar tenen.

Dat ik bij haar voeten begin, komt doordat ik goed let op de stopstrepen op de vloer. In de schoenen steken dus blote voeten, met slanke enkels en goedgevormde kuiten. Ooit zijn dit hartbrekend mooie benen geweest, dat zie je zo ondanks de perkamenten huid die er nu op rust. Ergens halverwege die kuiten, net een beetje hoger, begint een hippe jas. Daaronder een deftige jurk waar een hals uit piept die een respectabele leeftijd verraadt. De dame lijkt er niet onder te lijden: een kostbare ketting schittert onder haar kin. Daarboven een zorgvuldig opgemaakt gezicht met rimpelige wangen en opvallend rimpelloze, heldere ogen. Die ogen lijken niet bij de wangen en hals te horen. Tot slot, helemaal bovenop, een duur  geverfd en overduidelijk kersvers geknipt, geverfd, gekrulborsteld en geföhnd kapsel. Dat kon ook niet anders. Alleen.. de kappers zijn toch gesloten?

De mevrouw betaalt cash en praat daarbij honderduit. Zij laat zich niets gelegen liggen aan al dat gedoe, zegt ze tegen de caissière die strak doorwerkt. Ze vertelt over hoe vergeetachtig ze is, over haar zieke buurvrouw en over het weer. Ze vindt overal wat van. Ze telt haar muntjes en nog eens. De caissière doet hetzelfde: het klopt niet en er wordt nog wat contant geld neergelegd. De nagels van de mevrouw zijn roodgelakt en allemaal precies even lang. De rij achter haar groeit anderhalve meter per klant, er wordt een oproep gedaan: ‘Erkan: kassa bij alsjeblieft.. Erkan: kassa bij alsjeblieft.’ 

De mevrouw vertelt dat ze haar rijbewijs nog maar pas heeft. De caissière vertrekt geen spier en schuift met haar blauwe handschoenhanden het geld in de lade. De mevrouw neemt uitgebreid de tijd om haar boodschappen in haar tas te doen en blijft daarbij al kletsend pontificaal bij de kassa staan. Iedereen wacht geduldig. 
De rij groeit niet meer, de tweede kassa is open. 

Als ik bij mijn auto kom staat de mevrouw naast haar auto, toevallig naast de mijne. Ze is weer iets vergeten zegt ze uit het niets tegen mij, wat ze vergeten is vertelt ze niet. 
Ik kan me niet beheersen: ‘Heeft u echt nog maar pas uw rijbewijs?’ 
‘Jazeker!’ zegt ze alsof het een verzetsdaad betreft. ‘Ik was 51 toen ik mijn rijbewijs haalde.’ 
Ik ben even van mijn stuk want het lijkt me toch een tijdje geleden dat ze 51 was. 

Voor ik impulsief naar haar leeftijd kan vragen komt de rest: ‘Maar ik reed al tien jaar auto hoor! Mijn ouders woonden in Sittard en daar ging ik twee keer per week heen. Ik pakte dan de auto van mijn man, die wist daar niks van natuurlijk. Ik werd een keer aangehouden door de politie, ze wilden me in zo’n fuik sturen, een alcoholcontrole. Ik heb het raampje naar beneden gedraaid en gevraagd of ze dat serieus meenden, om mij zo op te houden? De agent liet mij doorrijden, haha! Als hij naar mijn rijbewijs had gevraagd, had ik natuurlijk wel een probleem gehad. Toen ben ik maar rijlessen gaan nemen. Ik heb mijn rijbewijs in een keer gehaald!’
‘Ja dat zal wel, ervaring genoeg..’, zeg ik.
‘Nou nee hoor, die instructeur heeft nog heel wat moeite gehad om mij alle slechte gewoontes die ik mezelf had aangeleerd, weer af te leren!’ 

Ik weet niet meer wat ik kan zeggen, wens de dame een fijne dag en stap in mijn auto. In mijn achteruitkijkspiegel zie ik nog hoe ze verder praat tegen de volgende persoon die uit de winkel komt.