Trixie Whitley, Muziekgieterij.

Hoofd in de wolken, voeten op de grond.

(oorspronkelijk gepubliceerd op ZwartGoud)

Een gure lenteavond in april, voor de Muziekgieterij staat een lange rij mensen weggedoken in jassen en sjaals te wachten tot de deuren open gaan. Het concert van Trixie Whitley is uitverkocht. Een week eerder speelde Whitley met haar band als een van de publiekstrekkers op het Bredase Ik Zie U Graag, een festival met uitsluitend Belgische beloftevolle bands. Trixie Whitley heeft een Belgische moeder en dankt haar niet-Belgische naam aan haar vader, de jong gestorven Amerikaanse muzikant Chris Whitley.

Sinds Whitley afgelopen jaar Porta Bohemica, haar tweede soloalbum uitbracht, heeft ook Nederland haar bezielde muziek en krachtige en zuivere stem met rauwe randjes ontdekt. In België stond ze inmiddels in de grote Lotto Arena, over de grenzen speelt ze nog in kleinere zalen in het semi-alternatieve circuit. Voor Trixie Whitley zelf lijkt het allemaal weinig uit te maken: zij is op een muzikale queeste en neemt haar publiek volgaarne mee, maar ze maakt muziek om de muziek.

Hierbij zoekt ze haar weg dwars door verschillende muziekgenres heen. Op de pagina van de Muziekgieterij staat een quote uit een interview, over het twee jaar durende project dat leidde tot Porta Bohemica: “I came to a lot of realizations making this record. When you let go of your fears, you can start facing your potential and there is an endless palette of possibilities to explore. This is just the beginning, and I feel a lot of excitement and optimism about what’s to come.“

En zo voelt het ook als Trixie Whitley met haar band het podium betreedt. De set begint met twee gewaagd rustige nummers; Faint Mystery en New Frontiers van haar laatste album bijten het spits af. Het publiek wordt direct bij de kladden gegrepen door muziek die staat als een huis zonder ook maar een moment te vervallen in te gladde perfectie. Trixie Whitley heeft een stem waar op geen manier aan te ontkomen valt en die zich niet laat vangen in vergelijkingen.
Even statig als stevig begeleidt ze zichzelf op gitaar, aangevuld door haar bandleden op bas, toetsen en drums. Opvallend is de solide rust die de band uitstraalt. Er is weinig oogcontact tussen de bandleden onderling maar dit geeft beslist niet het gevoel dat ieder op eigen houtje staat te werken. Zo nu en dan valt de begeleidende zang wat weg in de achtergrond maar dat zegt meer over Trixies overweldigende stem dan over de kwaliteit van het geluid; zang en instrumenten zijn mooi in balans en klinken zuiver.

Na het eerste rustige deel bedankt Trixie Whitley de zaal voor het stille publiek. Ze doet dit in zacht Vlaams, bijna verlegen. Zoals wel meer Belgische muzikanten is ze wat huiverig voor de vaak luidruchtige Nederlanders die ongegeneerd dwars door een optreden heen blèren tijdens een concert. Vanavond zal dat niet gebeuren. Zelfs bij het iets langdradige New Frontiers blijft het rustig, ook achterin de zaal. Trixie Whitley’s zang neemt je hart mee de wolken in, terwijl ze je hoofd tegelijkertijd met beide voeten stevig op aarde houdt. Het ene moment bijna zoet breekbaar, dan snijdend scherp: zowel in toonhoogte als in timbre heeft Trixie Whitley een compleet koor in haar stembanden verstopt en ze weet precies wanneer ze welk register moet opentrekken. Betoverend en indrukwekkend.

Nog indrukwekkender wordt het als Whitley achter de drums plaatsneemt, haar hoge stiletto’s op het gemak uittrekt en een oud nummer van haar vader inzet. Nature Boy klinkt even intiem als intens, zeker nadat Trixie -ditmaal in onvervalst Amerikaans met New Yorkse tongval- het publiek bij Oh The Joy’verteld heeft over haar tuintje in Brooklyn, waar ze genietend oefende in “stil zijn binnenin jezelf” en hoe moeilijk dat toch is. Eindelijk komt er ook wat meer spotlight: gedurende het concert is Trixie voornamelijk belicht door felle backlights, waardoor ze in silhouet op het podium staat en haar gezicht hinderlijk in de schaduw blijft.
Het bekende Closer wordt adembenemend mooi verstild gespeeld, gevolgd door een ruige versie van Breathe You In My Dreams. In de toegift een ode aan Prince met zijn Nothing Compares To You maar dan op z’n Whitleys. Het publiek krijgt nauwelijks de tijd om op adem te komen: het prachtig gecompliceerde The Shack wervelt duizelingwekkend door de zaal. Ter afsluiting het rustige jazzy Eliza’s Smile, waarop het publiek weer langzaam kan landen na een magische muzikale reis.

Trixie Whitley (Muziekgieterij, Maastricht 28 april 2016)